Bij het hoger onderwijs komen heel wat kosten kijken. Om niet helemaal skeer te eindigen is het belangrijk dat je weet hoeveel je richting kan kosten. Fleur Zagers van de Sociale Dienst van de Universiteit Antwerpen zet je op weg.
Wie naar Amerikaanse films of YouTubers kijkt, hoort studenten van de universiteit vaak zeggen dat ze nog jarenlang hun "student debt" moeten afbetalen. Niet verwonderlijk, want een studie in de Verenigde Staten kost al snel tienduizenden dollars! Bij ons zit dat gelukkig anders. Fleur Zagers, die op de Sociale Dienst van de Universiteit Antwerpen werkt, weet er alles over. "Op infodagen vragen jongeren me vaak naar de kostprijs. Van iedere studie kun je al heel wat informatie terugvinden op de website", zegt Zagers.
Het bedrag dat je kwijt bent aan je studie bestaat uit drie delen, waarvan het studie- of inschrijvingsgeld het eerste deel is. Je betaalt, zoals de naam zegt, om je in te schrijven aan de universiteit of hogeschool. Het bedrag wordt berekend per studiepunt en is voor alle niet-beursstudenten gelijk. Wie wel een beurs ontvangt moet minder betalen. Daarnaast zijn er ook bijna-beursstudenten. Zij komen net niet in aanmerking voor een studietoelage, en hoeven maar ongeveer de helft van het studiegeld te betalen. Wil je weten in welke categorie je valt? Dan kun je dit navragen bij de Sociale Dienst of een aanvraag indienen voor een studietoelage. Kom je niet in aanmerking, maar heb je het toch moeilijk om je studie te betalen? Informeer je zeker verder. Zo kan bijvoorbeeld je inschrijvingsgeld ook in schijven betalen, zodat je niet het hele bedrag in één keer hoeft te leggen.
Je inschrijvingsgeld is dus per opleiding gelijk. Hoe komt het dan dat sommige van je maten of vriendinnen meer moeten betalen voor hun studie? “Per richting zijn er nog zogenaamde opleidingsgebonden kosten”, zegt Zagers. “Denk maar aan boeken en cursussen. Vaak is architectuur een van de duurdere richtingen. Dat komt doordat je materiaal moet aankopen om de maquettes te maken, en aan sommige universiteiten is er ook een verplichte studiereis. Aan de andere kant zijn de handboeken en cursussen in die richting goedkoper. Nog zo’n dure richting is taal- en letterkunde omdat studenten per vak heel wat leesboeken moeten aankopen. Dan heb ik het niet over boeken van de professor zelf, maar bijvoorbeeld romans die je moet lezen. Daar krijg je niet altijd een korting op. Fysica is dan weer een van de goedkoopste richtingen. Maar kies geen richting op basis van de kostprijs. Weet dat er namelijk altijd manieren zijn om jou en je ouders te helpen. De prijzen van opleidingsgebonden kosten die je online vindt zijn vaak richtprijzen, in praktijk zijn die doorgaans lager.”
De grootste variabele zijn de persoonlijke kosten. De ene student leeft als een monnik, de andere is een big spender die iedere avond een flesje kraakt met de vrienden. Ook of je al dan niet op kot gaat of pendelt speelt uiteraard een grote rol.
Per richting zijn er nog zogenaamde opleidingsgebonden kosten
De meeste aankopen aan de universiteit kan je niet in schijven betalen. Voor studiereizen wordt wel vaak een goedkoper alternatief aangeboden, of het is mogelijk om een taak te maken in plaats van mee te gaan. Daarnaast zou je ook geld kunnen besparen door je boeken tweedehands te kopen, waar sommige studentenverenigingen voor zorgen. Toch is dat volgens Zagers niet altijd aan te raden: “Studeer je bijvoorbeeld rechten, hou er dan rekening mee dat de wetgeving veranderd kan zijn ten opzichte van vorig jaar, waardoor de cursus van je voorganger deels achterhaald is.”
Doordat het begin van het jaar gepaard gaat met grote kosten, kunnen studenten met een studietoelage een voorschot vragen om bijvoorbeeld een laptop, boeken en cursussen aan te kopen. Zagers heeft op dat vlak nog een extra tip: “Wanneer je semestervakken hebt, koop je best in september je boeken van het eerste semester en pas in januari die van het tweede semester. Zo beperk je het risico wanneer je van richting zou switchen en is de financiële impact iets kleiner.”