Pizza of pasta? Frietjes of Chinees? Sommige dilemma's zijn zo hartverscheurend dat het moeilijk is om een keuze te maken. Wij gooien er met veel plezier nog eentje bij: de hogeschool of de universiteit? Sabine Dillen van de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen legt je uit wat de grootste verschillen tussen de twee zijn.
Wanneer je een studiekeuze maakt, zal je vroeg of laat moeten beslissen of je naar de hogeschool of naar de universiteit trekt. In beide instellingen vind je namelijk opleidingen die op het eerste gezicht zeer goed op elkaar lijken, maar toch bepaalde verschillen hebben.
'Met je diploma secundair onderwijs kan je zowel naar de universiteit als de hogeschool', zegt Sabine Dillen. Als projectcoördinator van StudyChat helpt ze toekomstige studenten bij hun studiekeuze. 'Het verschil zit in de types opleiding: in de hogeschool heb je graduaten & professionele bachelors, aan de universiteit volg je academische bachelors en masters.'
In een hogeschool werkt men meestal met een modulesysteem. Bij een universiteit is dat anders: daar werkt men meestal met een semestersysteem.
Graduaten zijn zeer praktijkgerichte opleidingen, waarin minstens een derde van je tijd naar het zogenaamde werkplekleren gaat. 'Zo'n opleiding stoomt je klaar voor één specifiek beroep. Meestal zit je in kleinere klasgroepen, waar je nauw contact met je lesgever hebt. De manier van werken is zeer vertrouwd met hoe je in het middelbaar les kreeg’, zegt Sabine.
De meeste opleidingen in een hogeschool zijn professionele bachelors. ‘Die duren meestal drie jaar. De algemene vakken die je krijgt zorgen voor een brede theoretische basis, maar gemiddeld is de verhouding tussen theorie en praktijk fifty-fifty. In een eerste jaar moet je de theorie nog opbouwen en zal de meerderheid van je lessen nog uit theorievakken bestaan, terwijl in latere jaren het aantal praktijkvakken zal toenemen’, klinkt het.
Na drie jaar ben je klaargestoomd voor de arbeidsmarkt en kan je meestal meerdere richtingen uit. De klasgroepen zijn al iets groter. De algemene vakken volg je vaak in grotere aula’s, de praktijklessen in kleinere groepen. ‘Er is een mix van systemen om je te evalueren. Er staan punten op taken, groepswerken, stages, examens… In een hogeschool werkt men meestal met een modulesysteem. Eerst heb je zes weken les, daarna heb je een evaluatiemoment met examens. Bij een universiteit is dat anders: daar werkt men meestal met een semestersysteem.’
Het is niet het enige verschil tussen de hogeschool en universiteit. Aan de universiteit start je sowieso met een academische bachelor. De focus ligt hier vooral op theoretische kennis en het leggen van een wetenschappelijke basis. Je leert studies uitvoeren en krijgt het theoretisch kader aangereikt om zo’n onderzoeken goed te kunnen analyseren. Sabine: ‘Het is niet zo dat je nooit praktijklessen zal hebben, maar de focus ligt echt wel op de theorie.’
De praktijk komt vooral aan bod in de masteropleiding. De manier waarop je les krijgt aan de universiteit is anders dan aan de hogeschool: je hebt grotere aula’s, waarin je soms zelfs samenzit met studenten uit andere opleidingen. Bij specifieke vakken of praktijklabo’s heb je wel les in een kleinere groep. De permanente evaluatie uit de hogeschool is hier vaak vervangen door een evaluatie op langere termijn.
Aan de universiteit is het doel niet om je aan te leren hoe wetenschappelijk onderzoek werkt, maar wel het leren stellen van de waarom-vraag. Die onderzoeksvaardigheden stellen je later in staat om zelf nieuwe inzichten te verwerven of aan innovatie te doen.
‘Of je de universiteit of hogeschool moeilijk ervaart hangt vooral van je persoonlijkheid af’, zegt Sabine. ‘De een is sneller weg met de praktijk, de ander is vooral gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek. Weet dat je wel kan switchen.’
Wie van een graduaatsopleiding naar een professionele bachelor wil, kan binnen een bepaald domein in een vervolgtraject de vakken inhalen die ze niet behaalden. ‘Het nadeel is uiteraard dat je er een paar maanden langer over zal doen dan wanneer je meteen met de professionele bachelor zou zijn gestart. Het kan ook iets zwaarder zijn, omdat de logische volgorde van de vakken verstoord is.’
Ik heb één belangrijk advies, en dat is kiezen vanuit je interesse en passie. Als je hart ligt bij wat je studeert, zal je je dubbel zo hard willen inzetten.
Wil je na een professionele bachelor alsnog een master behalen? Dan kan je misschien een schakelprogramma volgen. Zo’n traject op maat kan 1 à 2 jaar duren en is minstens even zwaar als een academische bachelor, want het bestaat meestal uit de (hoofd)vakken uit de academische bachelor. Andersom kan je ook van een academische bachelor naar een professionele switchen, en misschien zelfs een vrijstelling krijgen voor bepaalde vakken. Hoe dat in jouw geval zit check je met de leertrajectbegeleiding of studiecoaches.
Sabine: ‘Ik heb één belangrijk advies, en dat is kiezen vanuit je interesse en passie. Als je hart ligt bij wat je studeert, zal je je dubbel zo hard willen inzetten.’