Wie naar de universiteit trekt, zit de hele dag onderzoek te doen. Toch? Ann De Schepper, voormalig vicerector van de Universiteit Antwerpen, legt uit wat wetenschappelijk onderzoek precies is en welke rol dat speelt tijdens je studies.
Wat is het eerste waaraan je denkt wanneer je het woord āuniversiteitā hoort? Je denkt misschien aan volle aulaās en bibliotheken vol boeken, maar de universiteit is veel meer dan dat. Het is de plek waar je ondergronds leert ruimtereizen, waar men de lucht meet met een pop of een orthese levens kan veranderen. Het zijn stuk voor stuk voorbeelden van wetenschappelijk onderzoek, het kloppend hart van de universiteit.
Aan de universiteit gaat men niet alleen na āwatā iets betekent of āhoeā je iets aanpakt, maar ook āwaaromā fenomenen gebeuren en āwaaromā bepaalde methoden werken. Die nieuwsgierigheid willen professoren en onderzoekers ook aan studenten meegeven. En om een waarom-vraag te beantwoorden is wetenschappelijk onderzoek nodig.
āMet wetenschappelijk onderzoek bedoelen we dat je zaken op een methodische manier gaat onderzoekenā, zegt Ann De Schepper. āJe gaat in eerste instantie na wat er al bestaat qua kennis. Daarna ga je data verzamelen, die analyseren en daar conclusies uit trekken. Je analyses en conclusies kunnen zeer uiteenlopend zijn. Misschien krijg je als biomedicus nieuwe inzichten in het menselijk lichaam, creĆ«er je als ingenieur nieuwe modellen om bruggen te bouwen of kan je als socioloog beter verklaren waarom mensen bepaalde dingen doen.ā
De methode waarop dat gebeurt verschilt heel erg van wetenschapsgebied tot wetenschapsgebied. Zo zijn er opleidingen waar de focus op enquĆŖtes ligt, terwijl anderen dan weer in een laboratorium kruipen of mensen op straat bestuderen. Ook de analysemethodes zijn zeer uiteenlopend.
āAan de universiteit zijn onderzoek en onderwijs verweven. Het onderwijs dat je hier krijgt is altijd gebaseerd op onderzoekā, zegt Ann. āDat kan onderzoek van jaren geleden zijn, maar evengoed volledig nieuw onderzoek. Vaak zelfs onderzoek dat verricht is door de mensen waar je les van krijgt, die de resultaten in hun lessen verwerken.ā
Toekomstige studenten hoeven geen schrik te hebben van dat wetenschappelijk onderzoek, zegt Ann. āJe geraakt er niet alleen vertrouwd mee door de manier waarop je les krijgt, maar er zijn ook speciale vakken die hierop focussen en waarin je zelf aan de slag gaat. Daarin leer je hoe bepaalde methoden in elkaar zitten, of doe je samen met anderen eens een onderzoek of laboratoriumproef. In het begin zal je waarschijnlijk een bestaand onderzoek overdoen. Zo leer je nagaan wat je uit data kan halen.ā
Stapje per stapje leer je bijvoorbeeld om verschillende bronnen bij elkaar te brengen en te kijken hoe verschillende onderzoekers naar data kijken. Pas aan het einde van je opleiding is het de bedoeling dat je eventueel zelf nieuw onderzoek doet, met de hulp van een van de professoren.
Het is absoluut niet zo dat iedereen na het afstuderen onderzoeker wordt.
āHet is absoluut niet zo dat iedereen na het afstuderen onderzoeker wordt. Wat wel belangrijk is, is dat je weet hoe onderzoek tot stand komt om de resultaten nadien te kunnen gebruiken. Je leert de wetenschappelijke reflex om kritisch te zijn tegenover nieuwe informatie. Is die wel objectief? Is dit alle informatie? Trekken we geen verkeerde conclusies? Afstand nemen en kritisch zijn is belangrijk in alles wat je later doet.ā